Procedureel leren

Iedereen heeft als kind leren lopen, fietsen en praten zonder hier veel bij na te hoeven denken. Door te letten op wat er om ons heen in de wereld gebeurt ontdekken kinderen regels. Deze natuurlijke manier van leren noemen wij procedureel leren. Omdat deze vorm van leren plaatsvindt zonder expliciete instructies, wordt procedureel leren ook wel impliciet leren genoemd. De geleerde regels of kennis worden opgeslagen in ons procedureel geheugen, dat onderdeel uitmaakt van het langetermijngeheugen.

Procedureel leren en taalontwikkeling

Hoewel procedureel leren vaak betrekking heeft op het leren van motorische vaardigheden, zoals fietsen, speelt het ook een rol bij het leren van bepaalde cognitieve vaardigheden, zoals spreken. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat het procedurele systeem kinderen helpt om de onderliggende structuur van taal te leren. Impliciet leren zij de relaties tussen klanken en letters (lees- en schrijfvaardigheid), maar ook tussen verschillende woorden in een zin (grammatica).

Dyslexie en TOS

Een recente hypothese stelt dat de moeilijkheden die kinderen met dyslexie ervaren met het leren lezen en schrijven voortkomen uit een onderliggend probleem met procedureel leren. Ook bij kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) wordt verondersteld dat een probleem met procedureel leren ten grondslag ligt aan hun problemen op het gebied van grammatica. Het doel van Progracy is daarom om te onderzoeken of het inderdaad zo is dat de taalproblemen van kinderen met een TOS of dyslexie verband houden met hun vermogen om impliciet te leren.